De baardmankruiken die u in ons museum aantreft zijn hoofdzakelijk afkomstig uit het Duitse achterland. Al in de middeleeuwen was het een veel gevraagd en geëxporteerd artikel. Belangrijke productiecentra waren Frechen, Raeren, Aken en Keulen. De baardmankruiken zijn vervaardigd van steengoed ook wel grès genoemd. Steengoed is aardewerk dat onder hoge temperatuur wordt gebakken meestal tussen de 1200 en 1300 graden Celsius. Door zijn eigenschappen als stevigheid, hardheid en ondoorlaatbaarheid was steengoed uitermate geschikt voor het bewaren van vloeistoffen. Met name het pottenbakkersplaatsje Raeren onderscheidde zich al vroeg van de andere keramiekgebieden. Aanvankelijk werden er op vrij primitieve wijze versieringen van onder andere gezichten met baarden (baardmaskers) op de kruiken gemaakt. De baardmankruiken zouden een ontwikkeling doormaken tot ver in de achttiende eeuw. In de vijftiende en het begin van de zestiende eeuw waren de kruiken naast de baardmanmaskers meestal ook verfraaid met versieringen van eikenloof en rozenranken. In de tweede helft van de zestiende eeuw verdwenen deze toevoegingen en maakten ze plaats voor krachtige baardmanmaskers. Vaak prachtige koppen met golvende baarden. Op het middenbuikgedeelte van de kruik vinden we vaak een fries met inscripties of ornamenten. Aan het einde van de zestiende eeuw laat de kwaliteit van het steengoed door verschillende oorzaken en toenemende concurrentie te wensen over en is de periode van de baardmankruiken eigenlijk over zijn hoogtepunt heen.